Historie
“Ik ben altijd al iemand geweest die het leuk vindt om met nieuwe dingen bezig te zijn en gelukkig dachten er in mijn studiejaar meer mensen zo over, met als gevolg de oprichting van AKT. Duister hoor, hoe we dat gedaan hebben” – Jan van der Putten
In het verhaal hieronder zijn fragmenten verwerkt uit interviews die Menno Netten, toenmalig PR-functionaris van PrAKTisch, met AKT-oprichters Harm Lambers, Jan van der Putten en Dik Barentsen had in het kader van het 25 jarig lustrum van AKT. De volledige interviews zijn te bewonderen in het jaarboek van 2004-2005.
Dik Barentsen: “AKT is ontstaan naar aanleiding van borrelen in de kroeg. Als studenten theaterwetenschappen vonden we dat er te weinig ruimte was voor ontspanning. Je moest altijd verplicht zo’n twee keer per week theatervoorstellingen bekijken en dan gingen we na afloop meestal wat drinken met de zogenoemde ‘harde kern’ in café ’t Lieverdje. Harm en ik zaten daarbij, maar ook (…) Jan van der Putten. We wilden graag meer met theater doen en daar hadden we het dan over. Er bestond geen toneelvereniging of iets dergelijks en er werden ook geen feesten georganiseerd, terwijl Drift 21 daar uitermate geschikt voor was. Dit is namelijk de oude balzaal van het paleis van Lodewijk Napoleon. Ik was er wel voor, feesten tussen die pilaren.”
Voor Jan van der Putten is door de jaren heen een groot gedeelte van zijn studententijd verloren gegaan. “Het instituut gaf ons financiële steun, dat weet ik nog wel, want ze zagen wel wat in onze plannen. We wilden vooral de theorie in de praktijk brengen, hetgeen door de docenten werd ondersteund. We waren gewoon dromers. Zo zagen we in een oude kleuterschool al een potentieel theater.”
De opzet van de studievereniging moest een “platform voor studiegerelateerde activiteiten” zijn en met dit streven in het achterhoofd ging [Harm] Lambers samen met Van der Putten naar notaris August Mathijs van Maurik. Lambers is dan goed bevriend met Van der Putten, want naast het feit dat ze studiegenoten zijn, wonen ze ook samen op kamers.
Uit de oprichtingsstatuten: “Heden de negende mei negentienhonderd tachtig, verschenen voor mij, Meester August Mathijs van Maurik, notaris ter standplaats Utrecht:
1. de heer Johannes Adrianus Clemens van der Putten, zonder beroep, wonende te Utrecht.
2. de heer Harmannus Johannes Cornelis Maria Lambers, zonder beroep, wonende alvorens.
De comparanten hebben verklaard een vereniging op te richten met de navolgende statuten:
Naam
Artikel 1. De vereniging draagt de naam: “Vereniging voor Theaterwetenschap AKT”.
Zetel
Artikel 2. Zij heeft haar zetel te Utrecht.
Doel
Artikel 3. De vereniging stelt zich ten doel:
De onderlinge kontakten op het Instituut voor Theaterwetenschap aan de Rijks Universiteit te Utrecht te bevorderen, alsmede de ontplooiing van de studie theaterwetenschap in het algemeen. etc.etc. Waarvan Akte, in minuut gedaan en verleden te Utrecht, ten dage als in de aanvang dezer vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte aan de verschenen personen, hebben deze eenparig verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Vervolgens is deze akte, na beperkte voorlezing, door de comparanten en mij, notaris, ondertekend. (getekend): J.A.C.v.d.Putten, -H.Lambers, -A.M.van Maurik.
Na de oprichting – die overigens werd gefinancierd door de studie Theaterwetenschappen – kent AKT nog geen duidelijke structuur. Harm Lambers: “Ik zou niet eens meer weten hoe je lid moest worden. Ik weet in ieder geval dat Jan de voorzitter was. Ik was volgens mij secretaris”. Als ik [Menno Netten – red.] vraag naar meerdere activiteiten deelt hij ons mede dat hij dit niet meer weet. “Ik kan het me niet meer herinneren. Misschien hebben we wel niet veel gedaan”. Lambers glimlacht, terwijl hij zijn tweede shagje rolt. “Als studenten goede ideeën hadden, dan konden ze gewoon bij AKT aankloppen.”
Dik Barentsen: “de naam AKT is trouwens afgeleid van de woorden activiteit, acteren, dan wel acteur. Maar in de jaren zeventig schreef je dat met een ‘k’ en AKT zag er als naam ook wel hip uit.”
Jan van der Putten herinnert zich één van de eerste activiteiten van AKT: “we mochten op een gegeven moment de programmaboekjes maken voor het Holland festival. Als tegenprestatie kregen we vrijkaartjes. Een leuke manier om wat aan de praktijk te doen.” Waar Harm Lambers [ook] nog wel het één en ander over kan vertellen, is de ‘Dag van de Passie’. “We zaten, dachten we, allemaal in het laatste jaar van de studie en wilden graag terugblikken op onze drijfveren om aan de studie te beginnen. De ‘Dag van de Passie’ werd daarom in het leven geroepen met Adri van Dijk als een van de organisatoren. Er was ruimte voor theatrale performances en Chiel Kattenbelt gaf als studentassistent een lezing. We dachten toen al: die wordt vast hoogleraar. Er werden ook oud-studenten uitgenodigd om hun belevenissen te vertellen en het leek ons erg leuk om zo’n dag als terugkerend fenomeen elk jaar door vertrekkende studenten te laten organiseren. Het is er helaas niet van gekomen”.